‘Spreek je Nederlands met je vriend?’, vroeg ik in de eerste les aan cursist D. ‘Ja, sinds deze week wel’, was haar antwoord. Natuurlijk wilde ik weten waarom sinds deze week. De reden: ‘Dat had jij gezegd tijdens de intake.’ Eh ja, dat was waar. Ik had haar tijdens ons telefoongesprek geadviseerd om dagelijks te oefenen met haar vriend, een Nederlander – al was het maar tien minuten per dag, om mee te beginnen. Dat advies had ze blijkbaar meteen ter harte genomen. Geweldig, wat word ik blij van dit soort cursisten!
Ook heel leuk natuurlijk om te merken wat je invloed kan zijn als docent. Of zoals ik grapte tegenover mijn cursist: ‘Daarom ben ik docent: cursisten luisteren tenminste naar me.’
Sommigen hebben gewoon een stok achter de deur nodig, een duwtje in de rug … en daar gaan ze. Een andere cursist heeft inmiddels een abonnement op de krant genomen. Ze hield nooit zo van lezen, zei ze, maar nu zag ze wel in hoe belangrijk dat voor haar is; en zeker ook voor haar werk als tolk. Weer een ander kwam na de cursus naar me toe om te zeggen dat hij lezen leuk was gaan vinden, dankzij de lessen. Dat vind ik echt een prachtcadeau:-)
Eerder schreef ik een blog over cadeaus van cursisten, maar dit is natuurlijk waar ik het voor doe. Als docent kun je motiveren en inspireren, de cursisten moeten het uiteindelijk zelf doen.
Hoe kun je cursisten dat zetje geven om zelf aan de slag te gaan? Hierbij drie tips:
1 Sluit aan bij de belevingswereld van je cursisten
Deze eerste tip zal ik illustreren met een leuk voorbeeld. Bij het Voorbereidend Jaar in Leiden liet ik de studenten laatst met elkaar discussiëren over een uitje dat zogenaamd zou plaatsvinden na afloop van de cursus. Dat het geen echt uitje betrof, had ik er voor de zekerheid maar even bij gezegd. Nadat de studenten vol overtuiging tegenover elkaar hadden gepleit voor een uitje naar Amsterdam (de ene helft van de groep) of naar de Hoge Veluwe (de andere acht deelnemers), riep een van de studenten verontwaardigd uit:
‘Maar mevrouw, ik vind het heel raar als we nu geen uitje organiseren. Ik wil écht naar de Hoge Veluwe!’
Uiteraard heb ik hem aangemoedigd zelf iets te organiseren, ook al wordt het een dagje in Leiden. Ik ben dan natuurlijk graag van de partij.
2 Laat cursisten positieve ervaringen delen
Je wilt dat je cursisten het Nederlands gaan gebruiken buiten de les. Als ze dat dan ook daadwerkelijk doen, is het een goed idee om ze over die ervaring te laten vertellen in de les. Ze hebben bijvoorbeeld Nederlands gepraat in de pauze, een Nederlands liedje geluisterd of naar het journaal gekeken. Als ze dat delen in de les, zal dat de rest motiveren om het Nederlands ook op te zoeken in de praktijk. Je kunt hierbij gebruikmaken van een bingokaart, om ze nog meer te stimuleren (of eigenlijk stiekem een beetje te pushen?).
Speciaal voor de zomer kun je ook deze zomerbingokaart downloaden. Veel plezier ermee!
3 Geef complimentjes
Laat zien dat je doorhebt wat er gebeurt. Toon betrokkenheid en sta stil bij wat goed gaat. Geef cursisten het vertrouwen dat ze het kunnen. Dan zullen ze het Nederlands ook eerder durven te gebruiken buiten de les. Goede feedback is dus belangrijk.
Dat dat overigens niet alleen positieve feedback is, komt aan bod in de workshop Feedback geven: goed gedaan:-) in maart. Meld je aan en leer hoe je effectieve feedback geeft!
Nell van Gool zegt
Beste Emily,
Ik heb me aangemeld voor de nieuwsbrief. Natuurlijk niet om bij cursisten te gebruiken want die heb ik niet.Ik wil er zelf beter van worden en in jou heb ik alle vertrouwen.Bisous
Nell
Emily zegt
Hoi Nell,
Dat is leuk om te horen! De volgende nieuwsbrief verstuur ik na de zomervakantie. Een fijne zomer gewenst en graag tot ziens een keer!
Groetjes, Emily