Het was weer tijd voor de jaarlijkse lenscontrole. Vraagt het meisje: ‘Worden uw lenzen iedere dag gereinigd?’ Ik had de neiging iets te antwoorden in de trant van ‘ja hoor, mijn vriend/huishoudster/lakei reinigt ze elke dag’, maar bedacht dat ze daar de humor waarschijnlijk niet van zou inzien. Dus hield ik wijselijk mijn mond.
Vaag en afstandelijk
Noem het beroepsdeformatie, maar ik ben allergisch voor dit soort zinnen. Wat er mis mee is? In de eerste plaats zijn ze niet duidelijk: door wie zouden mijn lenzen iedere dag gereinigd moeten worden? Wat het meisje bedoelde, was: ‘Reinigt u uw lenzen iedere dag?’ Ik vermoed dat ze dat te direct vond klinken en daarom toevlucht zocht in een passieve zin, ofwel de lijdende vorm. Passief taalgebruik is namelijk niet alleen vaag, maar ook afstandelijk. Vaak ontbreekt het onderwerp en weet je dus niet wie het doet. Vergelijk de volgende twee zinnen:
Passief: Er wordt alles aan gedaan zodat het pakketje op tijd geleverd wordt.
Actief: Wij doen er alles aan om het pakketje op tijd te leveren.
De tweede zin, de actieve variant dus (ofwel de bedrijvende vorm), is veel prettiger om te lezen.
Wat is de passivitis?
Sommige mensen vinden passieve zinnen chic klinken. Passieve zinnen ontstaan als je een vorm van het werkwoord worden of zijn combineert met een voltooid deelwoord (bijvoorbeeld wordt gedaan). Zoals we hebben gezien, zijn deze zinnen niet zozeer chic, als wel afstandelijk en vaag. Overmatig gebruik hiervan leidt tot de ziekte passivitis;-)
Bovendien kan passief taalgebruik voor verwarring zorgen. Neem de klant die van een ontwerpbureau een offerte krijgt met de tekst:
Nadat er onderzoek naar mogelijke belemmeringen is gedaan, maken wij een ontwerp voor dit gebied.
De klant denkt dat het bureau het onderzoek uitvoert, maar is dat wel zo? Pas dus goed op met passieve zinnen!
Hoe belangrijk is de koning?
Het is echter niet zo dat de passief altijd uit den boze is. Soms weet je gewoon niet wie iets heeft gedaan:
Passief: Mijn fiets is gisteren gestolen.
Actief: Een dief heeft gisteren mijn fiets gestolen.
Het onderwerp in de actieve zin, de dief, voegt inhoudelijk niets toe. De passieve zin geniet daarom de voorkeur. En soms is het maar net waar je de nadruk op wilt leggen:
Passief: Het nieuwe gebouw wordt morgen door de koning geopend.
Actief: De koning opent morgen het nieuwe gebouw.
In de eerste zin ligt de nadruk op het feit dat het gebouw geopend wordt, dus op de handeling. In de actieve zin speelt het onderwerp juist een belangrijke rol: dat de koning het gebouw opent, geeft de mededeling wat extra’s.
Wees concreet
Je mag dus best af en toe een passieve zin gebruiken, maar maak een actieve zin als het kan. Dat leest fijner en de lezer voelt zich meer aangesproken.
Virgil zegt
Hoi Emily,
Heb je al eens gehoord van een passe-vite?
Groeten,
Virgil
Emily zegt
Hoi Virgil, mais oui! In Frankrijk is een zeef een passoire (of een moulinette), maar een passe-vite klinkt leuker. Daar is niks passiefs aan trouwens;-)
Virgil zegt
Tis Vlaams zeker.
anoniem zegt
zeer relevante opmerking