Wil je een nieuwe taal leren? Dan kun je natuurlijk woordjes stampen en regels uit je hoofd leren. Maar het belangrijkste is om die kennis ook in praktijk te brengen. Praten dus! En fouten maken hoort er natuurlijk ook bij:-)
Jaren geleden had ik een cursist van de Britse luchtmacht. Een Chinook-piloot. En inderdaad, bij een helikopterpiloot hoort een snor. Zo eentje die stijf staat van de brillantine. Deze cursist had nog een aantal andere eigenaardigheden. Hij droeg broeken van molsleer (ja, die bestaan!) en kauwde pruimtabak. Zijn expatwoning, zo zagen we tijdens een barbecue bij hem thuis, had wel wat weg van een militair museum. Aan de muur hing een geweldige foto van hemzelf als Churchill, compleet met hondje.
M. was een geweldige cursist, superaardig, attent en heel vriendelijk. Hij was bovendien de enige man in mijn leven die het vanzelfsprekend vond om vrouwen in hun jas te helpen en de deur voor ze open te houden. Een echte gentleman! Na tien weken intensief Nederlands leren, sprak hij de taal behoorlijk goed. Zijn luistervaardigheid trainde hij door televisie te kijken. Maar waarom hadden ze het op tv zo vaak over de nazi’s? Hij werd er een beetje bang van, tot hij begreep dat het om de Verenigde Naties ging. Pfew, dat viel weer mee.
M. kon aardig goed papegaaien, maar er waren meer woorden die hij niet helemaal goed had opgepikt. Zo riep hij de secretaresse op een vrijdagmiddag vol overtuiging toe: ‘Ik ben jouw reet op het witte paard!’ Daar was ze vast niet naar op zoek … Gelukkig kon ook M. hard om zijn fout lachen. Ik weet zeker dat hij nu nog weet wat een ridder is. En een reet natuurlijk.
Geef een reactie