Wat fijn, zo’n positieve recensie van mijn boek 77 puntjes op de i. Perfect Nederlands voor anderstaligen. Ook fijn dat ik het artikel uit tijdschrift Les hier mag delen. Hopelijk ben je net zo enthousiast over het boek als de auteur van het artikel en de docenten die hun ervaring delen. Veel leesplezier!
Emily Palmer – 77 puntjes op de i. Perfect Nederlands voor anderstaligen
Bespreking
HAAS DE GROOT, 25 maart 2021
Toen Haas de Groot het voorwoord las van de nieuwe publicatie 77 puntjes op de i. Perfect Nederlands voor anderstaligen, dacht ze: ‘Inderdaad, dit zijn de puntjes op de i.’ Het boek is voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen die het Nederlands redelijk tot goed beheersen, ERK-niveau B1 tot en met C1+. Voor docenten is het een fijn naslagwerk. Zij kunnen hun cursisten gericht naar hoofdstukken verwijzen om ergens mee te oefenen. Maar taalleerders kunnen ook prima zelfstandig met het materiaal aan de slag. Om in hun taalbeheersing de puntjes op de i te krijgen.
Inhoud: grammatica, woordkeus en uitspraak
Het boek behandelt niet de basis, maar juist die onderdelen die ook gevorderde tweedetaalleerders nog lastig vinden of die ze gemist hebben in de taalverwerving. Het zijn kwesties die je als moedertaalspreker vaak automatisch goed doet, en waarvan je als docent soms ook nog wel de achterliggende regel kent. Maar wat is die regel nou precies? En hoe breng je dat over aan je cursisten?
Neem bijvoorbeeld de plaats van het woordje niet in een zin.
Hij werkt vandaag niet. Hier staat niet aan het einde van de zin.
Maar waarom dan:
Hij werkt niet vandaag.
Hij heeft vandaag niet gewerkt.
Hij vindt zijn werk niet leuk.
Of het verschil tussen maar en alleen.
Ik werk maar twee dagen per week.
Ik werk alleen op maandag en dinsdag.
Kent u de regels hierbij? En zou u dat zo aan een cursist kunnen uitleggen? Misschien wel, maar met dit boek heeft u er meteen een logische uitleg en goede, afwisselende oefeningen bij.
Indeling
Het boek is overzichtelijk ingedeeld. Het begint met een overzicht van de hoofdstukken, met de onderdelen grammatica (bijvoorbeeld woordvolgorde), woordkeus (bijvoorbeeld huis of thuis) en uitspraak (bijvoorbeeld de sjwa). Achterin is een index op onderwerp. Er is ook een fijn lijstje met uitleg van de Latijnse termen die worden gebruikt. Want wat was ook alweer een participium?
Bij elk onderdeel staat een uitleg van de regels, maar het begint vaak ook met voorbeelden. Zo word je zelf aan het nadenken gezet en kun je proberen om de regel zelf af te leiden. En dan volgen er diverse opdrachten om het te oefenen. Online zijn er extra oefeningen, audio-opdrachten en antwoorden bij de opdrachten. Plus een quiz, die je helpt bepalen met welke onderdelen je aan de slag zou kunnen.
77 puntjes
Maar liefst zevenenzeventig puntjes op de i, dus zevenenzeventig onderwerpen. De onderwerpen zijn goed gekozen. Ik herken ze bijna allemaal uit de lespraktijk en uit de vragen die docenten elkaar stellen op sociale media.
De hoofdstukjes zijn lekker kort, een tot vier pagina’s.
De voorbeelden, zinnen en situaties zijn herkenbaar – Wat vond je van het boek?
Soms inspirerend – Wat zou je doen als je de minister-president van Nederland was?
En soms luchtig en grappig – Wat zou je willen als je een konijn was?
Niet taai, niet saai.
Niveau
De uitleg is af en toe pittig, met name de termen. Perfectum bij eenmalige gebeurtenis, imperfectum bij gewoonte of traditie. Voor docenten die met hoogopgeleide gevorderden werken is het misschien dagelijkse kost, in andere groepen behoeft het wel toelichting. Maar de voorbeelden maken het dan wel duidelijk.
Eenmalige gebeurtenis: We hebben gisteren pannenkoeken gegeten.
Gewoonte of traditie: We aten op zaterdag altijd pannenkoeken.
Studievaardige taalleerders kunnen daar zelf mee aan de slag. Bij vragen in de les kun je er dan naar verwijzen; zo hou je in de les meer tijd over voor interactie. Voor anderen, die niet zo gewend zijn aan die theorie met Latijnse termen, is het wel fijn als er een docent is die dat hobbeltje helpt nemen.
Gebruikerservaringen
Fijn boek!
Ik gebruik 77 puntjes op de i heel veel – als leuk en informatief boek, naast de methodes die mijn cursisten vast gebruiken. Ik vul er kleine hiaten in hun kennis mee of gebruik de verschillende onderwerpen als extra ondersteuning om grammatica beter in te slijpen.
De oefeningen in het boek zijn vaak verhelderend voor mijn cursisten en ik heb het altijd bij de hand voor mijn lessen aan met name B1-cursisten.
Zelf vind ik het vaak ook handig en verhelderend overigens. Het is leuk uitgelegd en het zijn kleine behapbare onderwerpjes.
Fijn boek dus!
Petra Buckers, Doses of Dutch, Leiden
Het zijn gewoon leuke oefeningen
Wat vind je als docent van het boek?
77 puntjes op de i is een opgewekt geschreven taalboek, praktisch, met heldere taal en structuur, goed te gebruiken als naslagwerk en als oefenboek door alle voorbeelden, precies zoals het bedoeld is.Wat vinden je cursisten van het boek?
Cursisten verzuchten dat er zoveel uitzonderingen zijn in het Nederlands en vinden het leuk dat er een boek is waarin zoveel antwoorden zijn opgenomen op hun vragen, inclusief voorbeelden en (online) oefenmateriaal, ook voor de ‘regels’ die niet in de reguliere methodeboeken worden uitgelegd. Vooral de nieuwsgierige of talig ingestelde cursisten die de diepere lagen van de taal willen doorgronden, stellen vragen waarop in dit boek aansprekende antwoorden zijn geformuleerd.Hoe gebruik je het materiaal?
Het materiaal wordt ingezet naast de reguliere methode Nederlands op niveau, in mondelinge overdracht wanneer een korte toelichting of voorbeelden volstaan. Sommige uitleg en opdrachten worden getoond via PowerPoint (handig in online tijden) om te oefenen. In de gecombineerde groep maken ook 1F-cursisten hiervan gebruik. De onderwerpen variëren van grammatica tot woordkeus en uitspraak, en per cursusperiode komen er zeker zo’n tiental uit 77 puntjes op de i aan bod in de les, zonder dat specifiek grammatica de nadruk krijgt. Het zijn gewoon leuke oefeningen. Ze passen niet in iedere les of bij iedere cursist, maar het beantwoorden en oefenen met zo’n puntje tussendoor geeft de groep als geheel veel voldoening.Hanneke van Denderen, NLeducatie
Overzichtelijke en heldere uitleg
Wat vind je als docent van het boek?
Als docent vind ik het boek erg prettig als aanvulling op de lesmethode waar ik op dat moment mee werk. Als ik verdieping zoek bij bepaalde grammaticale onderwerpen haal ik deze verdieping uit 77 puntjes op de i. Dit kan de uitleg zijn in het boek die ik dan vervolgens ook gebruik in de les. Het kunnen ook opdrachten zijn die ik uit het boek haal en als toevoeging gebruik bij de bestaande lesmethode. Ik vind dat het boek op een overzichtelijke en heldere manier de, soms toch lastige, grammatica uitlegt.Wat vinden je cursisten van het boek?
De extra uitleg en/of oefeningen die ik uit het boek haal worden gewaardeerd door de cursisten. Om een voorbeeld te noemen: ik krijg vaak vragen over wanneer je nou het perfectum en het imperfectum gebruikt. Dit is en blijft lastig voor veel cursisten (en is natuurlijk ook niet altijd zo zwart-wit). Uit 77 puntjes op de i haal ik het schema waarin mooi staat uitgelegd met voorbeeldzinnen wanneer je het perfectum gebruikt en wanneer het imperfectum. Dit schema bespreek ik met de cursisten en het schept veel duidelijkheid voor ze.Emma van Ameijde, EmT2 / NLeducatie / DigiTaalhuis Eemland
Audio gekoppeld aan de uitleg
Wat vind je van het boek?
Wat ik heel sterk vind, is dat er audio opnamen gekoppeld zijn aan de uitleg. Dat is bijvoorbeeld het geval bij hoofdstuk 34 en 35. Cursisten horen dan ook hoe die zinnen in de spreektaal klinken. Je kunt ze ook gebruiken voor verstaan en nazeggen. Ook het overzicht met de structuurwoorden online vond ik super.Een aandachtspuntje vind ik dat voor een docent of cursist misschien niet meteen duidelijk is welke regels ze op welk niveau moeten kennen. De auteur zou kunnen aangeven bij welk niveau de regels horen. Zo is ‘er+vooruitwijzer’ (37) echt iets wat pas tussen B2 en C1 aan bod komt. Het wordt vaak wel eerder aangeboden, maar het landt dan vaak niet. Nu staan alle onderwerpen bij elkaar.
Onno ter Haar, Radboud in’to Languages
Bron: tijdschrift Les, jaargang 39 (2021) / online only
Lees meer over educatief materiaal van Taalzeker.
Geef een reactie