Vorige maand mocht ik aan NT2-docenten van Sagènn een workshop geven over leuke werkvormen. Na een activerende kennismakingsopdracht was het – geheel in lijn met het onderwerp van de workshop – tijd voor een wedstrijdje. ‘Daag je cursisten uit!’, is mijn motto.
Doe het veilig
Als cursisten zich uitgedaagd voelen, zullen ze meer hun best willen doen om te laten zien wat ze kunnen. Ze zijn dan ook gemotiveerder om de verworven kennis toe te passen. Of, zoals ook in het Handboek Nederlands als tweede taal in het volwassenenonderwijs staat: ‘In de eerste plaats dient een opdracht de leerders te motiveren en uit te dagen.’
De deelnemers van de workshop reageerden enthousiast bij het horen van het woord ‘wedstrijdje’ en waren het erover eens dat cursisten er ook blij van zouden worden. Eén docent aarzelde: ‘Ze moeten zich wel veilig voelen.’ Zeker, daar had ze helemaal gelijk in! Een prettige sfeer waarin de cursisten zich op hun gemak voelen en zich durven uiten, is een vereiste – niet alleen als het gaat om wedstrijdjes, maar sowieso in de (taal)les. Zorg daarom allereerst voor een veilige omgeving. Als je bang bent dat steeds dezelfde cursisten goed scoren bij spelletjes, dan kun je de cursisten ook in groepjes laten werken. Vooral met heterogene groepen kan dat een uitkomst zijn als je wedstrijdjes wilt doen in de les.
Gamification
Wedstrijdjes dus. Of beter gezegd: gamification. Dat is, heel breed gezegd, het toepassen van game-elementen in niet-gamecontexten, zoals het onderwijs. Vaak gaat het daarbij om speciale digitale programma’s, waarbij leerlingen punten behalen en zo steeds naar een hoger niveau komen. Ze krijgen gericht feedback en maken op deze manier precies de oefeningen waar ze behoefte aan hebben – ook wel adaptief leren genoemd. Zelf gebruik ik voor het NT2-onderwijs de definitie die ik vond op Kennisnet: gamification is het speelser maken van een educatieve taak. Denk daarbij aan speelse, interactieve werkvormen in de les, met of zonder extra materiaal zoals een spelbord of kaartjes.
Belangrijk bij gamification is een positieve aanpak en dus ook positieve feedback. Noem daarom ook niet de verliezer, maar vraag alleen dingen als ‘Wie had er tien goed?’, ‘Wie 9, wie 8?’ En eventueel als slotvraag ‘Wie minder dan 8?’ Je zult zien dat de meeste cursisten zeer gedreven zijn om goed te scoren, met als resultaat dat ze actief meedoen met de opdracht. Met spelletjes betrek je je cursisten dus nog meer bij de les.
Zelf aan de slag
Heb je zin gekregen om zelf iets uit te proberen? Dan kun je de volgende zes tips voor gamification in de les gebruiken.
- Zorg ervoor dat de cursisten de kennis en vaardigheden hebben die ze nodig hebben om de opdracht uit te voeren.
- Laat cursisten samenwerken om tot een bepaald resultaat te komen. Ze moeten elkaar bijvoorbeeld helpen om samen het beste schrijfproduct te maken.
- Verbind een tijdsfactor aan de opdracht, bijvoorbeeld: welk groepje kan in één minuut de meeste woorden bedenken bij het begrip ‘vriendschap’?
- Als je de cursisten in groepjes laat werken, is het goed om ook af en toe zelf de groepjes te vormen. Zet daarbij cursisten met verschillende niveaus en nationaliteiten bij elkaar.
- Geef alle leden van een groepje een eigen taak zodat iedereen ook echt meedoet.
- En o ja, bij een wedstrijd hoort natuurlijk een prijs. Je kunt strijden om de eer, maar stroopwafels worden ook zeer gewaardeerd – die de winnaar met de rest van de groep moet delen uiteraard;-)
Heb je nog meer tips en ideeën voor gamification in de NT2-les? Voel je vrij ze hieronder met ons te delen.
Geef een reactie