Het is altijd interessant om ervaringen en ideeën met andere docenten uit te wisselen, maar afgelopen weekend deelde een Vlaamse collega een wel heel nieuw beeld met ons, NT2-docenten. Iets met een katapult inderdaad. Maar ook iets met een hartje.
Tekeningetjes
Op de conferentie van de BVNT2 (Beroepsvereniging van docenten Nederlands als Tweede Taal) gaf ik een workshop over feedback geven. De deelnemers schreven hun favoriete manier om feedback te geven op een post-it en plakten deze op de muur. Dat leverde een mooie verzameling op. De geeltjes met een tekeningetje sprongen er meteen uit, zoals een opgestoken duim en de katapult.
Schieten
De duim sprak voor zich, maar wat betekende die katapult? “Wordt er in Vlaanderen soms geschoten in de NT2-les?”, vroegen wij ons allemaal af. Nou, af en toe wel ja: “Ze moeten het wel voelen hè”, zei de betreffende docent met een knipoog. Door haar vriendelijke Vlaamse accent leek het nog leuk ook om beschoten te worden. Ze legde uit dat ze de metafoor van de katapult gebruikt om aan te geven dat het werkwoord in een bijzin naar het eind van de zin verplaatst moet worden. Dus niet: ‘Ik eet een broodje omdat ik heb honger’, maar ‘Ik eet een broodje omdat ik honger heb‘. De meeste docenten maken armgebaren om te laten zien dat het werkwoord naar achteren moet, een enkeling rent naar de andere kant van het lokaal om dat duidelijk te maken, maar je kunt dus ook een katapult inzetten – een echte, of een papiertje met een afbeelding ervan.
Ik kan me voorstellen dat cursisten dit beeld niet snel zullen vergeten, dus ik ga het zeker eens uitproberen in mijn lessen! Al denk ik dat het beter is dat ik niet echt ga schieten …
Liefdesrelatie
En dan het hartje. Was dat dan om aan te tonen dat de cursist het goed deed? Nee, integendeel: met het hartje gaf de docent juist aan dat het onderwerp en de persoonsvorm bij elkaar horen, als in een liefdesrelatie. Bij een zin als ‘Ik altijd drink thee met melk’ wappert zij dus met een hartje, want ‘ik’ en ‘drink’ zijn innig met elkaar verbonden. Na afloop van de workshop heb ik al van verschillende docenten gehoord dat ze dit idee in praktijk gaan brengen.
Gebaren
Wat opviel was dat er op veel memoblaadjes iets stond over feedback geven met gebaren, zoals knikken en andere non-verbale signalen geven. Dat is een goed teken, want gebaren schijnen heel effectief te zijn. Mooi dus dat we nu de katapult en het hartje aan ons repertoire kunnen toevoegen, met dank aan Annemie Decavele – en haar collega’s, zie de noot over kruisbestuiving onder dit artikel.
_________________________________
Wil je meer weten over feedback geven? Bijvoorbeeld over het sandwichmodel en het verbetervel? Volg dan de workshop Feedback geven: goed gedaan:-)
Noot over kruisbestuiving: Annemie Decavele heeft het hartje geleerd van Ann De Schryver die een docente van haar was bij de opleiding ‘Didactiek voor Anderstaligen’ aan de universiteit van Antwerpen. De katapult is een idee dat het licht zag door een collega aan het Instituut voor Levende Talen aan de KU Leuven, Evelyn Versyck. Zo leuk kan kruisbestuiving dus zijn!
Geef een reactie